Lacans erfenis op de divan: oefeningen in Lacaniaans denken

Bert De Meulder en Jeroen Sollie

Het verlangen van de psychoanalyse/ oefeningen in Lacaniaans denken.

In het boek van Gabriel Tupinamba, The Desire of Psychoanalysis, legt hij de lacaniaanse ideologie bloot die voortkomt uit enkele onuitgesproken assumpties in Lacans onderwijs. Dit doet hij om de radicaal vernieuwende kern van Lacans onderwijs uit de brand te slepen. Met lacaniaanse ideologie bedoelt Tupinamba de symptomen van de psychoanalyse vandaag: herhalingsdwang in theorievorming, vastroestende instituten en gecompromitteerde politiek die soms ver afstaat van emancipatie. Vanuit hieruit ondervragen we in dit seminarie een aantal theoretische en institutionele impasses – is er een status quo binnen de Lacaniaanse psychoanalyse? Waar plaatst de psychoanalytische praktijk zich vandaag in het socio-economische en politieke veld? In welke mate gaan theoretisch en institutionele struikelblokken terug op de historische omstandigheden van het denken van Lacan?

1. Is de individuele praktijk een revolutie? Is het voldoende om klinisch werk te doen,en is dat dan te beschouwen als een revolutionaire praktijk? (ook Kristeva ’s toekomst van een Revolte?) De psychoanalyse is van buitenaf gezien een banale commerciële praktijk en doet heimelijk mee aan de business as usual. Sommigen spreken over de creatie van militanten door analyse, toch zullen heel wat proletariërs zich geen analyse kunnen permitteren. Welke positie eigenen we ons toe?

2. Wat kost ons de werkelijk bestaande psychoanalyse? Is geld alleen maar van belang als delving van de onmetelijke schuld van de analysant in de overdracht? Of besmeurt klassenstrijd buiten de praktijk de “nobele” theorie van geld als betekenaar? Een onderbelicht probleem blijft dat in de “werkelijk bestaande psychoanalyse” een onderscheid insisteert tussen wie een volledige analyse kan betalen en dus analyticus kan worden, en wie niet, en dat is niet te verklaren vanuit het idee van geld als een betekenaar zonder meer. Geld is ook een reëel gegeven in de wereld waarbinnen de analytische praktijk plaatsvindt en bepaalt wie analyticus kan worden. (ook Althusser: Freud en Marx) Welke maatschappelijke verantwoordelijkheid heeft de psychoanalyse? (Kan via een systeem van terugbetaling een psychoanalyse voor het volk gedacht worden?)

3. Ontsnapt Lacan aan ideologiekritiek? Functioneert ‘de logica van de betekenaar’ als een fetish-concept? Volgens Tupinamba gaat Lacan in de fout wanneer hij Millers assumptie overneemt dat de betekenaar over het algemeen hetzelfde gestructureerd is als de betekenaar binnen de psychoanalytische praktijk. Hij valt terug op Althusser die stelt dat ideologie ontstaat wanneer een concept dat binnen een bepaalde setting is gesmeed wordt veralgemeend naar een andere context. Hij stelt dat concepten die binnen de praktijk gesmeed zijn niet noodzakelijk gebruikt kunnen worden om politiek of filosofie te denken. Dit staat haaks op populaire hedendaagse denkers die precies dat doen, Zupancic, Zizek, etc en deze stelling daarom ook bekritiseren. We stellen ons de vraag of wij, analytici, vanuit de praktijk iets kunnen zeggen over politiek, dan wel of we onze praktijk binnen de politieke omstandigheden moeten denken in een politiek-theoretisch conceptueel kader dat los staat van psychoanalyse.

4. Voorbij de impasse van de passe? Wat is de plaats van de passe om de impasse van het verenigen en de nood aan erkenning te denken? Waarop botsten analytische scholen en verenigingen? Wat is de functie van een analytische vereniging in het verlangen van de psychoanalyse? Steeds minder jonge analytici engageren zich duurzaam in de vereniging.Hoe hieraan tegemoet te komen?

5. Vereniging zonder Eén? Enerzijds creëert een meesterfiguur een groepsidentificatie die duurzaam engagement veroorzaakt, anderzijds zorgt zulk een overdracht binnen een school ook voor conservatieve herhalingsdwang en een verschraling van het creatieve denken. Is er een alternatief? Wat met de keerzijde? Ieder voor zich? Welke modaliteiten zijn er mogelijk om een vereniging open te houden, opdat creatie en een interessante wisselwerking tussen theorie en praktijk gefaciliteerd worden?

6. Het experiment van de vrije associatie Kan de artificiële setting van de overdracht gezien worden als een experimentele setting? De eigenschappen van de concrete persoon van de analyticus verdwijnen om in de overdracht de Ander van de analysant te doen verschijnen. Op die manier wordt abstractie gemaakt van een dagelijkse situatie en verschijnt er een conditie die een ander gebruik van de betekenaar toelaat. Iets wordt gedistilleerd uit het dagelijkse leven. Hoe ontstaan nieuwe concepten binnen de psychoanalytische praktijk? Op welke manier kan er worden veralgemeend als elk geval uniek is? Welk aandeel heeft de analysant in de creatie van nieuwe concepten? Hoe kan de analysant de theorie en praktijk van de analytische praktijk mee herdenken?


Waar?

Vitis restaurant, Generaal Drubbelstraat 128, 2600 Antwerpen


Wanneer?

Donderdagavonden van 20.30 tot 22.30 u.

Start op 26 oktober!

  • 09 November 2023
  • 14 December 2023
  • 11 January 2024
  • 08 February 2024
  • 14 March 2024
  • 18 April 2024
  • 16 May 2024


 

Inschrijven